Wat grootbanken zouden kunnen leren van poesjes en lingerie-inpaksters

Halfsegat

Melvin

Melvin

Minutieus, zo doet Melvin het.

Elk plekje van zijn lichaam komt aan de beurt. Zelfs zijn teennageltjes bijt hij zorgvuldig af. De liefste kater van de wereld neemt zijn dagelijkse verzorging heel serieus.   Haartje per haartje wordt gelikt en met 100% concentratie in de plooi gelegd.   Voor optimale streelvriendelijkheid.  Zorgvuldig.

“Als ge iets doet, doe het dan goed” zei mijn grootvader. Of hij loerde naar mijn huiswerk en keek me streng aan: “Het is toch niet halfsegat gedaan hé.”

Halfsegat, wat een woord.  De etymologische betekenis ken ik niet. Misschien hadden onze voorvadreen toen ze tieners waren ook afzakkende broeken die halverwege hun….  Soit.   Halfsegat betekent in het Antwerpse dialect: iets niet echt goed doen, of te snel, slordig, zonder oprechte aandacht voor kwaliteit.  “Uw voeten eraan vegen.”  Zoiets.

In de jaren ’90 werkte ik als uitzendconsulente in  Vilvoorde.  Elke vrijdagnamiddag was het feest.  De arbeiders/arbeidsters kwamen hun loonbriefje halen en je kon ervan op aan dat de anecdotes en de lachsalvo’s je rond de oren vlogen.  Ik denk dan vooral met veel plezier terug aan de inpaksters van lingerie.  Spaanse furies met wilde Farrah Fawcett-kapsels, vrolijk  kwetterend,  complexloos zichzelf zijnde.
Toen ik hen bezocht in de fabriek was ik ontroerd.  Zo anders dan op vrijdag.  Rustig en geconcentreerd.  Ik zag ernst, toewijding, focus en liefde.  Ze deden hun werk niet halfsegat, niet in het minst.  Ze namen het ernstig en droegen “zorgvuldigheid” hoog in het vaandel. Of in de BH als je wil.

Mijn grootouders langs de kant van mijn moeder waren pelsenmakers.  Minutieus en geconcentreerd kromden hun ruggen over de stikmachines.  Mijn grootvader langs vaders kant was een meubelmaker.  Ook hij hield van zijn ambacht met heel zijn hart. Op pensioen gaan, daar dacht hij niet aan. Liefde voor wat hij deed, dat telde.

Begrijp je waarom ik het woord “work-life- balance”  complete van de pot gerukte nonsens vind?  Alsof je niet leeft als je werkt, en niet werkt als je leeft. Wat hebben leven en werken met elkaar gemeen?  Leren! En misschien zelfs liefde…  (Het begrip work-life-balans is trouwens pas ontstaan in de negentiende eeuw, zie Peter Burke).

Houden van de dingen die je doet.

In dezer dagen wordt perfectionisme wel eens als een kwalijke eigenschap genoemd.

Wel, ook dat is klinkklare onzin.   Achter perfectionisme zit namelijk ernst, toewijding, focus en liefde. Dat is iets om dankbaar voor te zijn.

Ernst, toewijding, zorgvuldigheid, focus en liefde. Ik zie het bij Melvin. Ik zag het bij de lingerie-inpaksters. En ik heb het meegekregen als waarden van mijn  grootouders.  Wij geven het graag door aan onze kinderen. Uiteindelijk maakt het niet uit wàt je doet, doe het met liefde en zorgvuldigheid. En vooral niet halfsegat. 

“Maak de grootbanken niet nog groter” kopt Paul De Grauwe  gisteren in De Morgen.  “Grote banken weten, dat in tijden van crisis,  de overheid hen niet zal laten vallen. Die wetenschap zorgt ervoor dat grote banken teveel risico’s nemen en te weinig kapitaal aanhouden om als buffer te dienen als er iets misgaat.  Een buffer aanhouden is immers niet echt nodig als de overheid toch klaar staat om in te springen.”

Zolang er genoeg mensen zijn die de dingen die ze doen niet halfsegat willen doen, komt het wel goed met deze wereld.  Alvast dank bij voorbaat.