de mens als een computer?
“Maar wat is dat dan, NLP?” vroeg iemand me vanochtend.
Meestal zeg ik dan iets in de trant van: een toolbox (of gereedschapskist) voor communicatie, zelfsturing en je eigen persoonlijke ontwikkeling – technieken vanuit verschillende richtingen uit de psychologie, hypnotherapie, antropologie, en linguïstiek.
Het woord programmeren uit “neurolinguïstisch programmeren” verwijst hierbij naar de metafoor van de mens als computer. Het kunnen herprogrammeren van programma’s die steeds vastlopen heeft menig ertoe aangezet om zich in te schrijven in een opleiding NLP. Terecht, want het werkt.
Velen weten dat ik erg gepassioneerd ben door de hersenwetenschappen. Boeiend en veelbelovend. En in zekere zin nog in de kinderschoenen. Vele eerdere onderzoeken worden genuanceerd, weerlegd… wetenschap op zijn best. Het menselijk brein wordt stilaan in kaart gebracht, en de vergelijking met de computer komt weer in beeld.
Zo is er de aanname van de linker- en rechterhersenhelft met de gescheiden taken. De hersenhelften zou je op die manier kunnen beschouwen als aparte besturingssystemen (zoals MS Dos en Linux)
Wetenschappelijk is wel aangetoond dat de linkerhersenhelft goed is in wiskunde, taal, logica, en analyse van feiten. De rechterhersenhelft is goed in het lezen van lichaamstaal en gelaatsexpressies van mensen, prosodie (interpreteren van intonatie van de stem), en zal zich richten op creativiteit en het grotere geheel (filosofie, religie, …).
Stellen dat de linkerhersenhelft enkel bezig is met feiten en de rechterhersenhelft enkel met emoties is te ver door de bocht; (het brein is oneindig veel complexer) al wordt deze vereenvoudigde voorstelling omwille van didactische redenen wel in verschillende communicatiemodellen zo voorgesteld.
Er is namelijk niet enkel een horizontaal verschillend besturingssysteem, er is ook een verticaal systeem: het reptielenbrein (oudste gedeelte), het limbisch systeem en onze prefrontale cortex (het nieuwste). Deze 3 besturingssystemen hebben diverse functies, en werken niet altijd zo goed samen. Vandaar dat we soms achteraf, na een verhitte discussie, ons realiseren dat we dingen gezegd hebben die we misschien niet echt meenden, of dat we pas een dag later bedenken wat we toen hadden kunnen zeggen. Balans tussen hoofd en hart, … ratio en emotie, ;..
Vaak bedenk ik me hierbij: wie staat eigenlijk dan aan het roer van de besturingssystemen? “Ik ben dat zelf!” zou je dan kunnen zeggen.
Of is er zo geen “zelf”? Is ons gevoel, ons idee of onze perceptie van “wie ben ik” een toevallig resultaat van de op dat moment geactiveerde neuronetwerken? De driften, de angsten, het geweten, en de door de jaren heen uitgegroefde neuronetwerken die automatische gedragspatronen tot gevolg hebben waar we niet meer bij stil staan, … is dat alles wie ik ben?
Het zou spiritueel of romantisch klinken moest ik hier beweren: “nee, er is meer.” We zijn meer dan een knetterend vat electrische activiteit. Er is een “ziel”, er is een “weten”.
Deze stelling zou als een rechterhelft-stelling kunnen omschreven worden. :-)
Het zou rationeel en kil klinken moest ik hier beweren: “nee, er is niets meer dan dan”. Zonder hersenactiviteit is er ûberhaupt geen leven.
Dit zeggen zou het resultaat zijn van een linkerhersenhelft-activatie.
Het antwoord op de vraag: “Is er een “zelf”” is immers ook gestuurd door ons limbisch systeem dat invloed heeft op onze (doods)angst, onze basisdrijfveren.
Vooralsnog heb ik op dit moment geen MRI-scan die mijn gedachtenspinsels monitoren (als las ik wel vanochtend in de krant dat IMEC een mobiele hersenmonitor heeft ontwikkeld, hoera!). En de hersenwetenschap staat nog maar aan het begin van het exploren van zulke belangrijke ethische vragen.
Dus mijn antwoord is vooralsnog: ik weet het niet.
Dat lijkt me een prima uitgangspunt. Ik citeer nog even Jan Terlouw: “Hoed u voor mensen die iets zeker weten.”
Diederik Stapel heeft op 11 november 2011 vrijwillig zijn doctorstitel ingeleverd bij de Universiteit van Amsterdam (UvA). . De onderzoekscommissie-Levelt constateerde kort geleden, dat de psycholoog op grote schaal en in ernstige mate fraude had gepleegd door onderzoeksgegevens zelf te verzinnen. Dit terwijl de man internationaal hoog stond aangeschreven in wetenschappelijke kringen.
Toen de fraude uitkwam, was Stapel verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Hij promoveerde in 1997 aan de Universiteit van Amsterdam. Bron: Spits
Datum: 11-11-11