De 3 principes van "Helpen"
De veearts zucht. “Je moet echt stoppen met haar de papfles te geven. Ze moet leren zelf te drinken.” “Ja maar” pruttel ik tegen, “wie weet lukt het haar niet en wat dan, … dan droogt ze uit!?” Ik mag er niet aan denken, schuldgevoel tot het einde van mijn dagen. Grinnikend antwoordt hij: “ze zal het wel leren. Zo wordt ze sterk.”
En zo stopten we met Nalu haar papfles te geven (Nalu = lammetje waarvan de moeder 3 weken na de bevalling stierf). Het werd tanden bijten… want koppig weigerde ze haar melk uit een bakje te drinken. De melk vloog overal naartoe (onze haren, onze jas, onze broek, onze schoenen, in de ogen van de geiten, …) behalve in het eigenwijze mondje van Nalu. Moeilijk hoor om dan niet toch, alez voor 1 keertje, een papflesje tevoorschijn te toveren. Kijk eens naar de foto hierboven. Zou jij niet smelten. “Affublief, geef me een flesje!” Met de hulp van onze kinderen (die over meer stalen zenuwen beschikken kan ikzelf) hebben we doorgezet. Uiteindelijk lukte het. Uiteraard. Nu zijn we weer wat verder en zou ze stilaan geen melk meer mogen krijgen. En weer aarzel ik…,en denk aan het voorbije weekend. Inzicht in je eigen ontwikkeling, , en op welke manier deze een effect heeft op anderen: dat waren de topics die de studenten van het Ontwikkelingsinstituut voorgeschoteld kregen. Vele studenten die een coachingopleiding volgen willen “anderen helpen”. In eerste instantie gaat het voor hen om de ander. Vaak is het echter een eigen behoefte die moet worden “gevuld”. Inzicht in de eigen patronen van afhankelijkheid & loslaten, “verzorgen” en “verzorgd worden”… is boeiende materie.
Ben je hulpverlener, coach, counselor, consultant, vader, moeder, sta je in het onderwijs, verpleging, of wil je op één of andere manier andere mensen helpen ?
Lees dan even de 3 principes van helpen van Hellinger:
“1) Je geeft slechts wat je hebt. Je verwacht en neemt slechts dat wat je nodig hebt. Als je iemand iets wil geven wat je niet hebt, of je wilt iets nemen wat je niet nodig hebt, dan negeer je het eerste principe. Dat is ook zo als je van een ander iets verwacht of verlangt, wat hij niet kan geven omdat hij het zelf niet heeft. En dit geldt ook als je iets niet màg geven, omdat je daarmee de ander iets zou afnemen, wat alleen hijzelf kan of moet dragen, kan of mag doen. (bijvoorbeeld Nalu de kans ontnemen om zelf te drinken). Aan het geven en nemen zijn dus grenzen verbonden. Het behoort tot de kunst van het helpen om deze grenzen waar te nemen.
2) Het helpen dient zich te voegen naar de omstandigheden en slechts in zoverre ingrijpt als de omstandigheden dit toelaten. Het willen helpen in weerwil van de omstandigheden, verzwakt zowel de helper als degene die hulp verwacht. Veel helpers vinden het lot van de ander te zwaar en ze willen het veranderen, niet omdat de ander dat wil of nodig heeft maar omdat ze zélf het lot niet kunnen verdragen. Als de ander zich dan toch laat helpen, doet hij dat vaak vanuit de onbewuste impuls de helper te willen helpen. Dan wordt zulk helpen een nemen en het hulp aannemen een geven.
3) Overdracht – tegenoverdracht
Veel helpers denken dat ze degene die voor hulp bij hen komt, moeten helpen zoals ouders hun kleine kinderen helpen. Omgekeerd verwachten veel mensen die hulp zoeken dat de helpers zich ten opzichte van hen opstellen zoals ouders naar hun kinderen om zo van de helper iets te kunnen krijgen wat ze nog eisen of verwachten van hun ouders. Wat gebeurt er als de helper deze verwachting bevestigt? Dan belanden ze in een spiraal van overdracht-tegenoverdracht, en blijven zowel helper als geholpene steken in een kind-ouder relatie. Hierbij wordt de persoonlijke groei van zowel helper als geholpene afgeremd. Wie lang in een superieure (gevende/zorgende) of inferieure (zorgkrijgende/nemende) positie blijft en deze ook wil voortzetten, die weigert zijn plaats als gelijkwaardige in de wereld van de volwassene te nemen.”
* Uit: “De kunst van het helpen”, Bert Hellinger – EAN 978-90-77290-05-7 (NUR 770),UItgeverij Het Noorderlicht