Pleidooi voor het huwelijk, deel 1
Wie had dat kunnen denken …
Dit hoorde ik van vele vrienden van vroeger voorbije zaterdag.
“Meredith, getrouwd!”
Laat staan dat iemand ooit zou vermoeden dat ik een “pleidooi voor het huwelijk” zou schrijven.
Zonder blikken of blozen. En nee, niet ironisch, maar oprecht gemeend.
Ik heb immers nooit een affiniteit gevoeld met het huwelijksbootje .
Ik vatte het niet, ik zag het niet, ik voelde het niet, soit… het leek me niet iets dat ik ooit zou doen.
“Waarvoor is dat nu nodig? Kost vooral veel geld …waarvoor? Om een briefje in de schuif te hebben liggen ? ..Uiterlijk vertoon, amerikaanse toestanden, stijve gewoontes, een verplichte en opgelegde gebeurtenis die men voor familie/ouders doet, met als klap op de vuurpijl de lac de connemara … ” Dat waren zowat de gedachten die rond het thema door mijn hoofd gingen.
Men kan pas iets echt begrijpen als je het hebt meegemaakt, zei mijn oudtante zaliger.
Vandaar dus bij deze.
Een pleidooi voor het huwelijk. Deel 1 – Zorgvuldigheid
Een paar jaar geleden knipte ik een column uit De Morgen, geschreven door Bernard Dewulf, getiteld “Zorgvuldigheid”.
Jarenlang heeft deze column aan mijn koelkast gehangen.
Daaraan moet ik denken bij het buitengaan van de lingeriewinkel. Het leuke van het dorp waar ik woon is dat er altijd wel mensen zijn waar je een praatje mee kan slaan. Niet dat ik zo sociaal ben, u denkt misschien van wel, maar dat is echt niet zo. Maar een praatje zo nu en dan “no strings attached”, daar ga ik wel voor. Dus heb ik het met de vriendelijke dame van de lingeriewinkel over de voorbereidingen van ons trouwfeest. We zijn nog 2 weken voor dé dag en ik verbaas me over mezelf. Ik vertel haar dat ik “het toch wel wàt vind”. Wat ik bedoel met “wàt” is voor mezelf niet duidelijk.
Uiteraard was ik blij toen Alex me voorstelde om te trouwen. Omdat hij de man is met wie ik oud wil worden, omdat de laatste 4 jaren hij mij zoveel heeft … enfin, het vervolg kent u wel.
Het trouwfeest “an sich” vond ik niet echt de hoofdzaak. Gewoon een barbecueke in onze tuin, ik koop een jurkje bij de H&M (en eentje dat ik daarna nog kan aandoen, no way dat ik 1000 euro uitgeef voor een sissi-kleed dat ik 1 keer zal aandoen), we zetten een paar koelboxen en iedereen pakt zijn gerief, hopla. Dat was het plan. Het is toch wel anders uitgedraaid. Tot mijn verbazing. Het is een beetje verwarrend. Dit vertel ik haar.
Ze glimlacht wijs en zegt: “Tja, als je samenwoont, dan gaan de dagen voorbij. Je werkt en bent bezig. De maanden gaan voorbij, de tijd vliegt. Je bent een jaar samen en om dat te vieren ga je met zijn tweetjes gezelllig iets eten bij de Griek. En dat is het en dan gaan de dagen weer over in weken en maanden en jaren. Je staat er niet zo bij stil.
Als je gaat trouwen, is heel de periode van voorbereiding er. De periode van verloofd zijn.
En dat zorgt ervoor dat je er… sowieso … bij stil staat. Dat je nadenkt over je relatie. Meer en dieper dan anders. Je relatie wordt vastgelegd bij wet. Voor vrienden en familie kies je voluit. Je denkt na over dé dag. En het moet goed zijn. Over elk detail denk je na. Dat is het verschil.”
Ze knikt en lijkt even terug te gaan in de tijd. Naar haar eigen huwelijk?
Zorgvuldigheid, het woord blijft in mijn hoofd hangen. Dewulf beschreef de schoonheid van zorgvuldigheid. Iets gewoon doen of iets zorgvuldig doen. Het belang van zorgvuldigheid.
Dat is het verschil. En ik merk het. Het groeit in mij. En ik merk het aan “mijn verloofde”.
En ik glimlach. Het is een bijzondere periode. We zijn nog even verloofd. Dan zullen we getrouwd zijn. Mijn gedachten gaan naar ons. Hoe we samenwonen, hoe onze relatie zich ontwikkelt. Hoe we samen zijn. Zorgvuldige gedachten die zich vertalen in zorgvuldige acties van voorbereiding. Ik geniet van deze zorgvuldigheid. En ik kijk uit naar dé dag.
(Terwijl ik een paar maanden geleden nog al lachend antwoordde: “Het is een dag als alle andere hé.)